Walter Proska, een jonge soldaat bij de Wehrmacht, keert in de zomer van 1944 terug naar het oostfront. Door een ontmoeting met de partizane Wanda en de vriendschap met lotgenoot Kürschner krijgt hij zo zijn twijfels over de zin van zijn taak. Ondertussen rukt het Rode Leger steeds verder op en lijkt de positie van Proska en zijn eenheid onhoudbaar te worden.